Vraag je Hans (59) naar zijn werk als persoonlijk begeleider, dan volgt er al snel een enthousiast betoog. Werken in de zorg is hem op het lijf geschreven, concludeert hij zelf. Alweer veertien jaar doet hij dit in een wooninitiatief dat is opgezet door ouders van de bewoners, als onderdeel van Fittin. Wat heeft hij geleerd in al die jaren? En waarom doet hij dit werk binnen een wooninitiatief met zoveel plezier? Hij vertelt er graag over.
Het wooninitiatief 2x7 is destijds opgezet door een groepje ouders van bewoners. Hans: “Dat is meteen een andere gang van zaken dan de reguliere zorg. Er is vooraf vooral gekeken of zowel de bewoners als de ouder het goed met elkaar kunnen vinden. De bewoners vormen namelijk voor langere tijd een huishouden met elkaar.” Om alles in goede banen te lijden, hebben de ouders en bewoners vooraf huisregels opgesteld. Ook dit is verschillend van de reguliere zorg. “De ouders die het initiatief gestart zijn, hebben de zorg bij Fittin ingekocht. Ik werk dus samen met de bewoners, maar heb ook veel te maken met de ouders en natuurlijk met mijn collega’s. Juist deze dynamiek vind ik heel erg leuk en uitdagend. Het is echt een soort driehoeksverhouding waar je in zit.”
Ouders moeten vertrouwen in je hebben, dat is heel belangrijk
De uitdaging zit ‘m voor Hans in het contact tussen die verschillende partijen. “De ouders zijn heel erg betrokken, daar moet je wel mee om kunnen gaan. Het komt weleens voor dat je als begeleider feedback krijgt over iets dat in het huis anders gaat dan vroeger bij de ouders zelf thuis. Of dat ouders andere inzichten of ideeën hebben dan wij begeleiders. Dat zijn dingen waar je als begeleider goed op moet kunnen inspelen. Persoonlijk vind ik dat juist ontzettend leuk. Soms moet je met elkaar zoeken naar een middenweg en elkaar leren kennen om dat vertrouwen op te bouwen. Dat kost tijd, maar het is een heel interessant samenspel.”